Participatie is belangrijk om de specifieke noden correct te identificeren en om het individu te versterken of ‘empoweren’. Volledige en effectieve participatie en inclusie in de samenleving is in het verdrag dus erkend als een algemeen principe (VN 2006, artikel 3), een algemene verplichting (artikel 4) en een recht (artikel 29 en 30).
Deze en andere algemene principes vind je in artikel 3:
- Respect voor de inherente waardigheid, de individuele autonomie inclusief de vrijheid om eigen keuzes te maken en de onafhankelijkheid van personen
- Non-discriminatie
- Volledige en effectieve participatie en inclusie in de samenleving
- Respect voor verschil en aanvaarding van personen met een beperking als deel van de menselijke diversiteit en menselijkheid
- Gelijkheid van opportuniteit
- Toegankelijkheid
- Gelijkheid tussen man en vrouw
- Respect voor de evoluerende mogelijkheid van kinderen met een beperking en voor het recht om hun identiteit te behouden.
Onderwijs komt aan bod in artikel 24. Het VN-verdrag garandeert ook andere rechten.
- Gelijkwaardigheid voor de wet zonder discriminatie (artikel 5)
- Recht op leven, vrijheid en veiligheid (artikel 10 en 14)
- Gelijke erkenning voor de wet (artikel 12)
- Vrij van marteling (artikel 15)
- Vrij van uitbuiting, geweld en misbruik (artikel 16)
- Respecteren van fysieke en mentale integriteit (artikel 17)
- Vrijheid van beweging en nationaliteit (artikel 18)
- Recht op leven in een gemeenschap (artikel 19)
- Vrijheid van uitdrukking/uiterlijk en mening (artikel 21)
- Respect voor privacy (artikel 22)
- Respect voor huis en familie (artikel 23)
- Recht op onderwijs (artikel 24)
- Recht op gezondheid (artikel 25)
- Recht op een adequate standaard van leven (artikel 28)
- Recht op participatie in het politieke en publieke leven (artikel 29)
- Recht op participatie in het culturele leven (artikel 30)