In welke mate past inclusie bij onze visie en ons pedagogisch project?

Dashboard / Beleid / Basic - In welke mate past inclusie bij onze visie en ons pedagogisch project?

Het beleid van je school vertrekt niet alleen van wat moet, maar vooral van wat je als team zelf wil en belangrijk vindt. Het hoofdstuk ‘Inclusie: een must of een zoveelste modegril’ uit het Potential-boek geeft je daarbij stof tot nadenken vanuit deze ideeën (Wilssens, 2019):

Het regelgevend kader geeft aan wat minimaal verwacht wordt, maar laat daarbinnen nog heel wat vrijheid. Het is dus zaak om die vrijheid maximaal te benutten en om optimale verbindingen aan te knopen met al wie je daarbij op een of andere manier kan ondersteunen. Uit een overzicht van de wetenschappelijke literatuur (Ferbuyt e.a., 2019) blijkt dat het effectief loont om zo maximaal als mogelijk de ouders en de leerlingen te betrekken en om ook ondersteuning te vragen aan andere partners in het netwerk (CLB-medewerkers, pedagogisch begeleiders, ondersteuners, therapeuten,…). Door samen op zoek te gaan naar de meerwaarde en de kracht van verschillen in de klas en in het team, kunnen schoolteams doelbewuster acties plannen die bijdragen aan een kwaliteitsvol onderwijs op maat van alle leerlingen.

Binnen de brede contouren van de regelgeving onderzoek je dus best samen met collega’s wat mogelijk is. Dat is vaak meer dan je denkt. De manier waarop je inclusief onderwijs in de praktijk moet brengen, ligt immers niet vast. Als team kan en mag je samen bepalen op welke manier je de leeromgeving afstemt op de noden van je leerlingen, collega’s en andere betrokken partners. Als school heb je heel wat vrijheid om binnen de krijtlijnen van de regels zelf te beslissen hoe je jouw onderwijs vormgeeft op de klasvloer. Welke concrete aanpassingen je doet voor kinderen en hoe je die juist uitwerkt, hangt namelijk steeds af van de context. Het enige wat vastligt, is dat je de aanpassingen moet voorzien die elk kind nodig heeft om tot leren te komen. De samenleving verwacht dat je je daartoe inspant en dat je kan aangeven dat je alles doet wat mogelijk is. Daarbij kan je je dus ook laten ondersteunen om samen met anderen op zoek te gaan naar manieren en methodes die aansluiten bij je leerkrachtstijl en voorkeuren. Als leerkracht hoef je dus zeker niet elke nieuwe modegril te volgen. Wel is het van belang dat je blijft openstaan voor nieuwe ideeën en inspiratie van leerlingen, ouders, collega’s of partners buiten de school. Dat vraagt dat je voldoende tijd maakt om samen na te denken over de onderwijsbehoeften van de leerlingen, op zoek te gaan naar manieren om die te beantwoorden en tegelijk rekening te houden met de eigen ondersteuningsbehoeften. Zo kan je een inclusief keurslijf afwerpen en kiezen voor een inclusief maatpak, toegesneden op wat jij zelf en je leerlingen echt nodig hebben.

  • In welke mate voeren we een beleid dat het insluiten van alle leerlingen belangrijk vindt en zich verzet tegen elke vorm van uitsluiting?
  • Hoe kijken wij naar een inclusieve leeromgeving voor al onze leerlingen?

 

Veel hangt daarbij af van hoe jij en je collega’s kijken naar potentieel om te leren.

  • In welke mate vinden we dat alle leerlingen kunnen (blijven) leren? Zien we leermogelijkheden als statisch, of vanuit een groeiperspectief? Zien we diversiteit als hefboom? Overstijgen we (medische) labels? Zien we inclusie en excellent onderwijs samengaan?
  • In welke mate vinden we dat alle leerkrachten kunnen (blijven) leren? Kunnen we het curriculum leren differentiëren, individuele aanpassingen voorzien voor leerlingen die dat nodig hebben, ondersteuning en expertise betrekken en die efficiënt inzetten?

Daar samen over nadenken, draagt ertoe bij dat inclusie kan doordringen in

  • je school- en teamcultuur,
  • je relaties met leerlingen en 
  • je samenwerking met ouders en andere partners.