Dit is een situatie uit jouw klas met Sam. Sam is een slimme en vlotte leerling, maar hij stelt ook (vaak) moeilijk hanteerbaar gedrag. We gaan dieper in op een situatie en laten jou nadenken hoe je zou reageren.
Het is eind november, sinds september zit Sam bij jou in de klas. Je hebt al verschillende manieren geprobeerd om hem te ondersteunen en momenten waarop hij het moeilijk krijgt om zich gepast te gedragen te voorkomen. Maar soms zakt de moed jou in de schoenen. Het is heel druk op school want het schoolfeest komt dichterbij. Je oudste dochter zit in de examenperiode waardoor de spanning thuis te snijden is. Hierdoor ben je gestresseerd.
Zoals iedere morgen is de eerste taak van de dag het ophalen van de huistaken. Je ziet dat Sam er heel moe uitziet, hij kijkt afwezig voor zich uit. Je hebt gevraagd aan Jules om bij iedereen langs te gaan. Wanneer Jules aan de bank van Sam komt, geeft Sam zonder problemen zijn huiswerk af. Jules vraagt aan de buur van Sam om haar huiswerk af te geven. In het omdraaien stoot zijn buur per ongeluk met haar map in Sam zijn oog. Sam heeft veel pijn en reageert door te roepen en door zijn buur enkele harde duwen te geven.
Je stond als leerkracht vooraan in de klas een bordschema te maken en weet dus niet precies wat er gebeurt is. Je hoort Sam plots roepen door de klas en je ziet zijn buur wenend naar haar arm grijpen.
Hoe zou jij in deze situatie reageren? Neem even de tijd om hierover na te denken. Later werken we verder met je antwoord.
Geef aan wat het meest waarschijnlijke is dat jij zou doen of zeggen in die situatie:
- Ik zou uitleg vragen aan beide kinderen
- Ik zou Sam berispen
- Ik zou Sam uit de groep plaatsen
- Ik zou beide kinderen troosten/ kalmeren en daarna in gesprek gaan
- Ik negeer het voorval
- ...
Wat vooraf ging die ochtend….
Een uur voordat Sam moest opstaan, passeerde de vuilniswagen door de straat. Het ronken van de motoren zorgde ervoor dat Sam wakker werd en hij niet meer in slaap kon vallen. Licht geïrriteerd en nog moe lag hij in zijn bed te wachten tot zijn wekker afging. Eenmaal beneden zat hij met een ochtendhumeur aan tafel. Na een stevige boterham met choco startte hij aan zijn wandeling naar de bushalte. Halverwege de route begon het te regenen en hij moest lopen om zijn bus te halen. Net voordat hij aan de bushalte was reed zijn bus weg. Helemaal doorweekt moest hij de volledige busrit recht staan. Enkele medeleerlingen van de school vinden dit grappig en lieten het niet na om hem ‘waterkieken’ te noemen. Dit was niet de eerste keer dat ze hem niet met rust laten tijdens de busrit. Geïrriteerd kwam hij aan op school. Hij heeft er helemaal geen zin in.
Nu je dit weet, zou je anders reageren? Wat zou je anders doen?
Het voorbeeld van Sam geeft aan dat het van belang is om te weten wat er speelt. Sam toont het niet rechtstreeks maar vertoont welbepaald gedrag waarmee hij duidelijk maakt dat er meer achter zijn gedrag schuilt. Denk eens na welke actie jij kan ondernemen om zicht te krijgen op de rugzak van Sam?
Een mogelijke reactie zou kunnen zijn:
- Bij het binnenkomen Sam begroeten en aanspreken. Op deze manier kan je als leerkracht nagaan wat er speelt.
- Werken met een emotie-wijzer. Aan de hand van picto’s en prikkelende vragen kan je emoties bespreekbaar maken.
- Wanneer je merkt dat het niet lukt voor Sam, mag hij even aan een eigen project werken. Het zorgt ervoor dat de spanning vermindert. Ook naar gedrag kan je differentiëren. Deze maatregelen maken het mogelijk dat hij les kan volgen in de reguliere school (zie www.prodiagnostiek.be).
- Naast oudercontacten kan je een kindcontact organiseren. Dat kan met enige regelmaat, op jouw initiatief of op aanvraag van een leerling (zie verbindend samenwerken met leerlingen)
- ….
Er is geen perfecte manier van handelen in zo’n situatie. Wel kan je in het achterhoofd houden dat er vaak voorafgaand al zaken gebeurden die bepaald gedrag uitlokken. Er zijn dus verschillende factoren die gedrag bepalen. Die factoren kunnen in het heden liggen (de map die in het oog van Sam terecht komt), maar ze hebben ook vaak een geschiedenis (de medeleerlingen die Sam al langer plagen) en zijn soms zelfs helemaal niet meer traceerbaar. De ene leerling heeft al meer uitdagingen in zijn leven dan de andere (bijvoorbeeld een leerstoornis, overbevraagd zijn bij een vechtscheiding, een gekende plek moeten achterlaten, etc.). Bepaalde ervaringen zullen een invloed hebben, ook al lijkt dit op het eerste zicht niet het geval.
Ook je eigen referentiekader en je relatie met de leerling heeft een invloed op de manier waarop jij gedrag interpreteert. Wat jij als moeilijk hanteerbaar gedrag ervaart, is voor een collega misschien helemaal niet zo moeilijk hanteerbaar. In de situatie van Sam was je zelf gestresseerd en misschien iets meer prikkelbaar. Doordat er verschillende factoren een rol spelen, is het belangrijk om (moeilijk hanteerbaar) gedrag contextueel te bekijken. Wat werkt er allemaal in op gedrag?
De Nederlandse pedagoog Dorien Kok beschrijft dit mooi met de metafoor van het ‘rugzakje’. Doorheen ons leven wordt het rugzakje gevuld met ervaringen, kennis, vaardigheden, enz. die we opdoen in ons leven. Dit rugzakje kan een positieve en/of een negatieve invloed hebben op ons gedrag. Bij sommigen is dit rugzakje al wat meer gevuld dan bij anderen. Dat rugzakje wordt gevormd door allerlei contextuele factoren. Het is natuurlijk moeilijk om telkens te weten wat er in de rugzak van een leerling zit. Wanneer moeilijk hanteerbaar gedrag zich herhaaldelijk voordoet of wanneer dit steeds door dezelfde ‘triggers’ veroorzaakt lijkt te worden, wordt het onderzoeken van de rugzak van een leerling wel belangrijk. In de eerste plaats ga je hiervoor uiteraard in gesprek met de leerling, vanuit een luisterende positie. Je geeft je bezorgdheid aan, je luistert zonder oordeel. Verder kan je nagaan wat de leerling nodig heeft en hoe je gepast kan reageren. Sta hier even bij stil: reageer je vooral op zichtbaar gedrag? Of probeer je in je handelen ook tegemoet te komen aan achterliggende noden?
De ‘Wereld van Sam’ toont hoe we achter het gedrag leren kijken en waarbij afstemming een belangrijke vaardigheid is van de leerkracht.