Als je informatie op verschillende manieren aanbiedt, worden je leerlingen niet alleen goed geïnformeerd, het maakt hen ook vindingrijk. Hoe leer je hen informatie beter verwerken en hun leerproces zelf aansturen?
Richtlijn 4: Verschillende zintuigen aanspreken
- Bied leerinhouden op verschillende manieren aan. Zo kunnen leerlingen kiezen hoe ze die best kunnen verwerken.
- Versterk het leerproces door informatie via twee zintuigen te laten binnenkomen, bijvoorbeeld door iets tegelijk te laten horen en zien (de ‘Dual Channel Theory’). Bied alternatieven aan voor auditieve en visuele informatie, zodat beide kanalen elkaar aanvullen. Youtube staat vol filmpjes met uitleg die je leerlingen of jijzelf kunnen opzoeken en benutten.
- Je kan eventueel ook zelf een filmpje maken of een podcast inspreken. Dat kan met een smartphone of fototoestel of een digitale werkvorm. Er bestaan tal van apps en tools zoals Nearpod, EDpuzzle, PlayPosit , ShowMe, PodcastFactory, Screencast-o-matic… Gebruik alleen werkvormen die passen bij jouw mogelijkheden en die van je leerlingen. Een werkvorm is geen doel op zich. Vraag eventueel ondersteuning aan collega’s of leerlingen die sterk zijn in digitaal leren.
Richtlijn 5: Structuur bieden en verduidelijken
- Verduidelijk de woordenschat en symbolen die je gebruikt. Zo kunnen alle leerlingen de informatie verwerken en vaardigheden aanleren. Onduidelijke woorden, symbolen, zinnen of structuren kunnen het leerproces van je leerlingen namelijk sterk hinderen.
- Vraag feedback aan je leerlingen om je instructie en leermaterialen nog begrijpelijker te maken.
- Illustreer informatie op verschillende manieren, zodat leerlingen de leerinhoud beter begrijpen.
- Geluidsfragmenten kunnen je les tot leven brengen en het inzicht verhogen. Wie bijvoorbeeld een vogelgids openslaat, merkt dat de beschrijving ‘een meeuw krijst’ nog geen idee geeft van hoe dat klinkt.
- Ook afbeeldingen hebben een grote kracht om dingen te verduidelijken. Eén afbeelding van een walrus zegt vaak meer dan de lange zinnen die het dier beschrijven.
- Een filmpje over de waterkringloop blijft allicht beter hangen dan een toelichting in woorden alleen.
Richtlijn 6: Inzicht bevorderen
- Veranker kennis steviger door ze aan voorkennis te koppelen.
- Begin een les met een opfrissing van wat eerder al aan bod kwam.
- Pols bij de start van een schooljaar naar wat je leerlingen voordien al gedaan hebben of test hun voorkennis (zonder punten) om dat te weten te komen.
- Bepaalde voorkennis kan je activeren door er steeds een zelfde terugkerend symbool, kleur of plaatje aan te koppelen.
- Duid patronen, kenmerken, ideeën en verbanden aan om inzicht te bevorderen. Expliciteer ze om het leerproces te ondersteunen, of help je leerlingen daarbij als het je doel is dat leerlingen ze zelf leren vinden.
- Voorzie opdrachten om informatie samen te verwerken, te visualiseren en te structureren en actief met de leerinhoud bezig te zijn. Help hen tijdens de les om stap voor stap inzicht en structuur te krijgen in steeds complexere informatie. Geef opdrachten waarin leerlingen informatie zelfstandig moeten verwerken, visualiseren en structureren niet zomaar mee als huiswerk. Leerlingen hebben daar vaak begeleiding bij nodig.
- Werk aan transfer en generalisatie zodat leerlingen breed bruikbare, diepgaande inzichten verwerven als basis om verder te leren en studeren. Leer hen een inzicht altijd in verschillende situaties toepassen. Bijvoorbeeld oefenen ze de verenkeling en verdubbeling van klinkers en medeklinkers niet alleen met voorbeeldwoorden uit de les, maar ook met nieuwe woorden.