Als je in je schoolteam wil starten met teamteaching, is het goed om stil te staan bij een aantal randvoorwaarden. Zo blijkt uit onderzoek dat de professionele relatie tussen teamteachers de meest cruciale en bepalende voorwaarde voor teamteaching is. Meer concreet gaat het over de professionele klik tussen teamteachers, communicatie en reflectie over visie en lespraktijk, werken aan en in evenwaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid en ondersteuning van de relatie tussen leerkrachten. Daarnaast blijkt dat succesvol teamteachen in belangrijke mate mee bepaald wordt door de betrokkenheid en actieve steun vanuit het schoolbeleid (Meirsschaut & Ruys, 2018). Infrastructuur is ook een belangrijke randvoorwaarde, maar zeker niet de enige. Scholen en leerkrachten die gestart zijn met teamteaching hebben vaak op een creatieve en doordachte wijze manieren gevonden om met de aanwezige infrastructuur toch op een haalbare manier aan teamteaching te doen, met bijvoorbeeld een doordachte klasopstelling of het installeren van een deur tussen twee klassen.
Starten met teamteaching vraagt een goede voorbereiding!
- Bereid je lessen samen voor. Stem af over wie wat doet, en welke rol iedereen opneemt.
- Bespreek op voorhand welke vorm van teamteaching jullie gaan inzetten.
- Bespreek ook jullie doelen en verwachtingen van het hele traject teamteaching:
- Wanneer en hoe bereiden we samen voor en hoeveel tijd vergt dit?
- Hoe gaan we om met verantwoordelijkheden tijdens de lessen? Gaan we voor een gedeelde verantwoordelijkheid, of blijft de klasleerkracht aan zet?
- Wie regelt welke materialen in de voorbereiding?
- Wie neemt welk deel van de instructie op zich?
- Hoe geven we elkaar een seintje en hoe overleggen we tussentijds?
- Hoe spreken we over elkaar en hoe spreken we elkaar aan tijdens de les?
- In welke mate geldt er autonomie voor een van ons om kleine wijzigingen in de lesvoorbereiding aan te brengen tijdens de les?
- Wie evalueert de les met de leerlingen aan het einde en hoe gebeurt dit?
- Hoe ‘meten’ we of de les effectief geweest is?