Als je lesgeeft, vertrek je als leerkracht sowieso van je eigen leerkrachtstijl. Dat is trouwens prima, want net zo goed als elke leerling bepaalde voorkeuren heeft in zijn manier om iets te leren, heb jij ook voorkeuren in de manier waarop je zaken aanleert. Stem jouw eigen noden en wat je leerlingen in al hun verscheidenheid nodig hebben wel zo goed mogelijk op elkaar af. Wat jij vooropstelt kan namelijk verschillen van wat sommige leerlingen nodig hebben. In welke mate zorg jij bijvoorbeeld voor creativiteit zowel als structuur, rust zowel als samenwerking,…?
Denk dus goed na over hoe je naast jouw favoriete werkwijze nog een andere manier van werken kan aanmoedigen of inbouwen. Dat verhoogt de dynamiek in je klas enorm. Samen met je leerlingen of een collega vind je meestal gemakkelijk een tweede of zelfs derde manier om
- leerlingen bij een thema te betrekken en ervoor te motiveren (principe 1),
- hen de nodige informatie aan te reiken (principe 2) en
- hen actief te laten uitdrukken wat ze leren (principe 3).
Vraag je leerlingen en collega’s dus veelvuldig naar hun feedback en ideeën. Effectieve feedback vragen en geven is één van de krachtigste manieren om van elkaar te leren en om je handelingsrepertoire uit te breiden (Coppieters, 2019). Je hoeft daarbij niks overboord te gooien wat werkt. Wel bedenk je wat je aanvullend eens zou kunnen uitproberen, zonder jezelf te verloochenen.
Ga daarbij ook op zoek naar de ondersteuning die je nodig hebt vooraf, tijdens en/of na je les. Dat verhoogt namelijk de kans dat je het echt ziet zitten en dat je ideeën effectief in de praktijk brengt.